We zijn allen bekend met het feit dat de Europese Unie, ondanks het bestaan van het gekozen Europees Parlement, diep ondemocratisch is. Zelfs het gekozen Parlement heeft amper iets te vertellen en bijna alles wordt door de Eurocratie besloten in achterkamers en 5-sterren restaurants. Maar hoe is de Europese Unie een actieve bedreiging voor de democratie? Niet alleen in Nederland, maar in alle lidstaten.

Het begint bij de bureaucratie, die zich steeds verder uitbouwt door de constant groter wordende lijst reguleringen en wetten waar de EU al haar lidstaten aan onderwerpt, die steeds meer soevereiniteit wegneemt bij de individuele lidstaten. Deze reguleringen worden gemaakt door de Europese Commissie die ze daarna door de applausmachine die we het Europees Parlement noemen laten goedkeuren. En het is ook niet dat deze reguleringen en wetten van de EU door het publiek gedragen worden. En daar komt het tweede punt in werking: de bureaucraten geven niks om de publieke opinie.

De Eurocraten hebben compleet lak aan de publieke opinie. Sterker nog, ze zien het volk als een obstakel voor hun utopische (eigenlijk dystopische) doelen. De Eurocraten zien alles wat zij doen als in dienst staande van een groter doel en hun zullen de inschatting wel maken of iets goed of slecht is voor het volk. Een belangrijk voorbeeld was de Europese Grondwet in 2005. De kiezers in Nederland en Frankrijk hadden de grondwet verworpen met 61,54 procent in Nederland en 54,67 procent in Frankrijk. Ierland heeft ook een referendum gehouden over het Verdrag van Lissabon (de Europese grondwet in praktijk, zonder het een grondwet te noemen) in 2008 waarin de Ieren met 53,40 procent tegen het Verdrag stemden. De EU nam hier geen genoegen mee dus moesten de Ieren in 2009 opnieuw naar de stembus, waarin ze het Verdrag met 67,13 procent hebben goedgekeurd. Enkele andere landen hielden ook referenda met de volgende resultaten.

  • Luxemburg (2005): 56,52% voor — 43,48% tegen (opkomst: 90,44%); en
  • Spanje (2005): 81,84% voor — 18,16% tegen (opkomst: 41,77%, het laagste sinds de tijd van Francisco Franco).

Het is dus veilig om vast te stellen dat het zeker niet zo is dat alle landen het oneens zijn met de richting van de Europese Unie, maar in het geval van Spanje is het ook handig om te overwegen dat de geest van het Franco-regime toen nog heel sterk aanwezig was in het mentale bewustzijn van de Spanjaarden, wat een reden kan zijn voor Spanje om te stemmen voor iets wat ze zagen als iets wat daar tegen zou staan en meer democratie en en vrijere samenleving met zich mee zou brengen. Dit is uiteraard niet wat de EU doet. Maar als kiezers in een lidstaat de Europese Grondwet verwerpen worden ze gedwongen om er nog een extra keer over te stemmen, zie Ierland, of ze verwisselen de Grondwet met een in feite identiek verdrag (Verdrag van Lissabon). Als het electoraat niet instemt met je grootste ideeën zit er maar één ding op: vervang het electoraat.

De gehele structuur van de EU is ondemocratisch. Laten we even kijken naar de drie pilaren van de Europese Unie: de Europese Commissie; een uitvoerende macht wiens leden ongekozen zijn en waarop burgers geen invloed op kunnen uitoefenen, de Raad van Ministers waar onze Ministers deel van uitmaken om ons te vertegenwoordigen op Europees niveau, er wordt nu bijna altijd gestemd met gekwalificeerde meerderheid, waar elk land een stem heeft gelijk aan het percentage van de bevolking. Nederland heeft daarom 3,96 stempunten van de 100. Er moeten minstens 15 lidstaten (55 procent) instemmen, en deze lidstaten moeten minstens 65 stempunten hebben. Dit lijkt misschien een redelijke waarborg van rechten van een minderheid binnen de EU-lidstaten, maar niets is minder waar. Stemmen komt ook voor in simpele meerderheid, daarbij is een meerderheid van de lidstaten nodig, en niet van de bevolking. Het kan dus theoretisch gezien zo zijn dat in dit systeem iets wordt aangenomen door de 14 minst bevolkte lidstaten, terwijl deze landen maar 11,6 procent van de EU-bevolking dragen, maar het tegenovergestelde kan dus theoretisch gezien ook. Dat deze 14 lidstaten tegen iets stemmen waar de rest van de lidstaten voor is. Waardoor 11,6 procent iets tegenhoudt waar 88,4 procent voor is.

En dan als laatste het Europees Parlement. Dit is het meest democratische orgaan dat de EU in het leven heeft geroepen. Echter, democratie is niet een concept wat kan worden aangeschreven aan het Europees Parlement. Het begint met de verdeling van zetels. Elk land heeft een bepaald aantal zetels, op dit moment heeft Nederland er 29. Dit betekent dat er voor elke 611.518 Nederlanders één lid van het EU Parlement is. Met aantallen zoals dat is het niet alleen onmogelijk om zoveel mensen adequaat te vertegenwoordigen, het zorgt ervoor dat een Parlementslid zijn kiezers vergeet. Maar andere landen, zoals Luxemburg en Malta, zijn veel beter vertegenwoordigt dan de Nederlanders. Luxemburg heeft 6 zetels, waardoor er voor elke 107.275 Luxemburgers één Parlementslid is, Malta heeft ook 6 zetels, waardoor er voor elke 86.829 Maltezers één Parlementslid is. Het Europees Parlement wordt gekozen binnen een gerrymandered kiesstelsel wat enkel de grootse doelen van de Eurocratie ten goede komt. De gewone burger van de gemiddelde lidstaat is hierdoor ondergeschikt gemaakt aan de kleinste lidstaten van deze zogenaamde politieke unie die staat voor democratie en rechtsstaat.

Na de ondemocratische manier waarop het Europees Parlement is verdeeld komt nog eens de werking van het Europees Parlement. We weten allemaal dat de Nederlandse Tweede Kamer zelf moties en wetsvoorstellen kan indienen, en dat het initiatief zowel bij het kabinet als bij de Tweede Kamer ligt. In het Europees Parlement is dat anders. Het EU Parlement kan zelf geen voorstellen indienen en kan alleen debatteren en stemmen over de voorstellen die de Europese Commissie heeft bedacht en ingediend. Het Europees Parlement is dus in feite een orgaan dat een stempel van goedkeuring of afkeuring kan geven, maar het kan niet amenderen, dus al zouden ze het eens zijn met 90 procent van een voorstel, maar zouden ze nog één aspect willen veranderen, kan het alsnog niet. Ze moeten dan een keuze maken tussen VOOR stemmen om de 90 procent in werking te stellen, of TEGEN te stemmen als die laatste 10 procent te zwaar weegt om in werking te laten treden.

Een van de belangrijkste taken van een Kamerlid is om vergoeding te bieden aan klachten van inwoners (Redress of Grievance). Als er iets fout gaat kan een Kamerlid, die dit van de burger heeft vernomen, het opgooien bij de verantwoordelijke minister en daardoor een officieel antwoord krijgen. In het Verenigd Koninkrijk, als ontdekt wordt dat de klacht in waarheid gegrond is, wordt het veranderd. Het systeem werkt daardoor redelijk goed. Met één belangrijke uitzondering: wanneer het iets binnen de competentie van de Europese Unie betreft. Dan is het standaard antwoord eenduidig: daar kunnen we niks aan doen, want het is een Europese bevoegdheid. Dat soort antwoorden horen we in de Tweede Kamer ook om de haverklap. Maar terwijl de Eurocratie een belangrijk probleem van de EU is, is het niet het grootste probleem. Een van de grootste problemen is de Europese Monetaire Unie. Volgens Baron Nigel Lawson, die helaas begin april overleed, is de monetaire unie een van de grootste oorzaken van tweedracht in de samenlevingen van de EU-lidstaten sinds de Tweede Wereldoorlog. Iets wat hij voorspelde in 1989 als Kanselier van de Schatkist (Minister van Financiën) in het kabinet van Margaret Thatcher.

„Voor monetaire eenheid is een politieke unie nodig, en die staat niet op de agenda.”— Nigel Lawson, 1989.

Margaret Thatcher was, zeker in de latere dagen van haar premierschap, hard aan het schoppen tegen het Europese idee. Ze was tegen de monetaire unie, tegen een politieke unie en tegen Europese instituties zoals het Europees Parlement. Daaruit kwam dit iconische moment in 1990:

„Ja, de Commissie wil haar bevoegdheden uitbreiden. Ja, het is een niet-gekozen orgaan en ik wil niet dat de Commissie haar bevoegdheden uitbreidt ten koste van het Lagerhuis, dus verschillen we natuurlijk van mening. De voorzitter van de Commissie, de heer Delors, zei onlangs op een persconferentie dat hij wilde dat het Europees Parlement het democratische orgaan van de Gemeenschap zou zijn, dat hij wilde dat de Commissie de uitvoerende macht was en dat hij wilde dat de Raad van ministers de Senaat. Nee nee nee.” — Minister-president Margaret Thatcher, 1990.

Het originele doel van Europese samenwerking en een soort unie was om Duitsland in een kooi te zetten, zodat ze niet nogmaals konden doen wat ze in de eerste helft van de Twintigste Eeuw hadden gedaan. Een op zichzelf logisch doel, maar een die als bijwerking had dat, op termijn, de democratische bevoegdheden van haar lidstaten worden uitgehold en worden overgegeven aan de Europese leiders. Een handelsunie, of een vrijhandelsverdrag tussen wat nu EU-lidstaten zijn, zou een goed idee zijn. Voor vrije handel en vrede hebben we geen politieke unie nodig die de natiestaten van Europa fundamenteel aanvalt.

Het doel van de Europese Monetaire Unie is om een volle politieke unie te maken. Zoals Thatcher al aangaf maakte de toenmalige Voorzitter van de Europese Commissie Jacques Delors daar geen geheim van. Een monetaire unie kan enkel enige kans van slagen hebben wanneer er een politieke unie aan vasthangt, met één fiscaal beleid, één belastingsysteem en uiteindelijk één Europese regering. Van een gelijke soort als de monetaire unie die de Verenigde Staten in feite is. Het lijkt misschien niet echt een bedreiging voor de democratie, maar niets is minder waar: de Euro. De Euro heeft, indirect via de ECB en bankiers, gezorgd voor veranderingen in Europese regeringen. Zoals bijvoorbeeld Silvio Berlusconi, die gisteren op 86-jarige leeftijd overleed. Berlusconi was democratisch gekozen tot minister-president van Italië en uiteindelijk, in 2011, werd hij bijna gedwongen af te treden door de Europese functionarissen en leiders zoals de Franse president Nicolas Sarkozy en Duitse bondskanselier Angela Merkel. Dit vanwege zijn financiële beleid.

Iets soortgelijks gebeurde er in Griekenland door de grillen van de ongekozen bankiers in de ECB en Commissarissen van de Europese Commissie. Een letterlijke aanval op democratie. De Commissie heeft als het ware de verkiezingsuitslagen in Griekenland en Italië verworpen en hun eigen favoriet in het zadel geholpen. Een van de belangrijkste elementen van een werkende samenleving is een werkend rechtssysteem. Onafhankelijke rechters die onafhankelijk van de grillen van een overheid, zij het lokaal, regionaal, nationaal, of in dit geval supranationaal, recht spreken over acties van overheden en burgers. Er zijn veel problemen met het Europees Hof van Justitie.

Allereerst is het een politiek hof dat het doel van verdere integratie en federalisering van de EU volledig ondersteunt. Het Hof breekt herhaaldelijk een van de fundamentele principes van een rechtsstaat: niemand moet in zijn eigen Hof berecht worden. Dit is in feite een ondermijning van het vertrouwen wat de burger nog kon hebben in een van de Europese instituties.

Tijdens de crisis van 2008 kwamen de lidstaten met het idee dat de salarissen van de EU functionarissen niet meer volgens de oude methode moesten meestijgen, zoals dat in Verdragen was opgenomen als er een serieuze crisis zou zijn. De Europese Commissie was het niet eens met deze effectieve loonsverlaging en had de Europese Raad aangeklaagd. De rechters zaten daar, denkende dat als ze de Raad gelijk gaven dat ze dan hun eigen salarissen ook verminderen. Tijdens de ergste financiële crisis in de duur van mijn tot nu toe korte leven, het Hof sprak uit dat de crisis niet voldoende was en dat ze meer moesten worden betaald, een effectieve aanval op het uiterst belangrijke principe: nemo judex in causa sua: niemand mag rechter in zijn eigen zaak zijn.

Waar we dit gebrek aan democratie zien, zien we ook de stijging van extremisme, aan beide kanten. Neem nou Gouden Dageraad (Golden Dawn) in Griekenland, welke groot werd in de nasleep van de financiële crisis. De Vijfsterrenbeweging in Italië in de begindagen. De Communistische Partij Oostenrijk in lokale verkiezingen, Unidas Podemos in Spanje en La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon in Frankrijk. Dit grootse experiment helpt de extremen aan beide kanten. De EU is een vernietigend orgaan. Meer dan 60 procent van de Nederlandse wetgeving is gemaakt in Brussel door de Europese Unie, waar Malta een veel grotere stem heeft dan de Nederlanders over onze wetten. Wie de Maltezers kiezen is belangrijker dan wie de Nederlanders kiezen, en ons eigen parlement, de Staten-Generaal, is buitenspel gezet, machteloos gemaakt.

Dat is de bedreiging voor de democratie. We moeten de macht terughalen uit Brussel en een volledig andere band met onze Europese buurlanden en partners scheppen. We moeten onze eigen democratie op de eerste plek zetten en hopen dat anderen ons volgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *