Lilian Marijnissen met een vishengel.

Een aquarium is een afgesloten waterbak waarin water circuleert. Het water gaat de pomp door, wordt gefilterd en komt dan weer terug in de bak. Het is een cyclisch proces, al het water dat erin rondgaat kom je na verloop van tijd weer tegen.

Net als het aquarium, is onze economie ook cyclisch. Mensen werken, vergaren daar geld mee, om dat vervolgens weer uit te geven aan middelen of diensten waarna deze waarde weer wordt doorgegeven aan de producenten. Zo blijft, in simpele taal, het economisch motortje draaien.

We sluiten een tweede pomp aan in het aquarium. Het water wordt weggezogen, niet om weder te keren, maar om te verdwijnen in een andere bak, ver buiten onze mooie aquariumopstelling. De naam van die bak? Oost-Europa.

Er is niet één grote wereldeconomie, maar verschillende economieën in allerlei soorten en maten. Deze economieën draaien op verschillende snelheden en er gaan andere hoeveelheden geld in om. Zo heeft een pak melk in Litouwen een aanzienlijk lagere prijs dan een pak melk in België. Toch delen de twee pakken dezelfde munt, en is ieder Litouws of Belgisch burger vrij om deze pakken melk te kopen.

Het vrije verkeer van personen in het Schengengebied heeft het mogelijk gemaakt dat er arbeidsmigratie plaatsvindt. Het schoolvoorbeeld is de bestelbus vol met Polen, die zondagavond wegrijdt, om een verse lading werknemers aan te voeren om in Noordwest Europa doordeweeks te zwoegen en te ploeteren, en geld te verdienen voor vrouw en kinderen die een bovenmodaal leven leiden in het land van herkomst.

Zo wordt er, stukje bij beetje, water uit ons Nederlands aquarium weggetrokken om niet weder te keren. Immers zijn onze producten duurder, en wordt er dus, naast zo nu en dan een broodje bal van het tankstation, weinig uitgegeven binnen onze grenzen. In een meer gebruikelijke situatie zou de toegenomen consumptie zorgen voor meer werkgelegenheid, wat de algemene lonen zal doen stijgen, immers zorgt meer vraag voor een hogere prijs. Maar omdat de consumptie zich buiten de Nederlandse grenzen voordoet, zorgt dit niet voor een stijging in de lonen. Sterker nog, door de bereidheid van vreemde werknemers om te werken voor lagere salarissen, zal de werkgever ook bereid zijn om minder loon te geven. Het zet een klem op de stijging van de lonen voor de normale Nederlander.

Het belang van de werkgever, die zijn loonkosten kan drukken door werknemers uit vreemde landen in te huren, staat lijnrecht tegenover het belang van de inheemse arbeider. Die ziet het loon stagneren in verhouding met levenskosten. Des te krommer is het dat de sociaaldemocratische en andere linkse partijen zelden de kant van de arbeider in deze kiezen, maar de Europese integratie en de massale immigratie enkel toejuichen. Tegen die immigratie zijn is immers een toonbeeld van ondeugd.

De Socialistische Partij kiest een ander pad. In een recent interview pleit voorvrouw Lilian Marijnissen voor een (tijdelijke) stop op economische migratie, omdat het druk zet op de werkende klasse. Dit is een doorbraak, omdat het ideologische geforceerde multiculturalisme, zo omarmd door links, verwerpt in het belang van de arbeiders. Een klasse die al decennialang verweesd is van het linkse fundament. De Amsterdamse student of yup heeft meer affiniteit met het modern-linksistische gedachtengoed en het ongeaarde progressivisme, dan de gemiddelde man die met zijn handen werkt en lange dagen maakt. Deze neigt heden ten dage eerder richting PVV.

Het is zeer te prijzen en te hopen dat meer partijen een volksere koers zullen varen, en eindelijk hun verwaarloosde achterban weer eens wat kunnen activeren. Ere wie ere toekomt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *